Biochemie
| Biochemie (chemische biologie of biologische chemie) is de studie van chemische processen binnen en met betrekking tot levende organismen. Het is een veld dat zowel scheikunde als biologie combineert om de chemische basis van het leven te onderzoeken, uit te leggen hoe biologische moleculen processen binnen en tussen cellen veroorzaken, en met betrekking tot het begrip van weefsels, organen en de structuur en functie van organismen. | |
|
Het ontstaan van de biochemie kan worden teruggevoerd naar 1833, toen Anselme Payen de baanbrekende ontdekking deed van het eerste enzym, bekend als diastase of amilase (Butnariu, 2018). In 1897 toonde het baanbrekende werk van Eduard Buchner aan dat alcoholische fermentatie, een complex biochimeisch proces, ook buiten levende gistcellen kon plaatsvinden. Dit experiment revolutieerde de vroege biochemie. Terwijl de kennis van biologische processen groeide, wat leidde tot het ontstaan van de biochemie, werd het formeel erkend als een aparte discipline in 1903, toen de Duitse chemicus Carl Neuberg de term "biochemie" bedacht (Butnariu, 2018). Vóór die tijd was dit gebied bekend als fysiologische chemie. Biochemie is vooruitgegaan, vooral sinds het midden van de 20e eeuw, met de opkomst van nieuwe methoden zoals chromatografie, röntgendiffractie, dual-polarisatie-interferometrie, NMR-spectroscopie, radio-isotopisch labelen, elektronenmicroscopie en moleculaire dynamicasimulaties (Butnariu, 2018). |
|
|
De drie belangrijkste gebieden van biochemie zijn:
Het uiteindelijke doel van de biochemie is om een chemische uitleg te geven voor elk aspect van het leven. De studie van biochemie is grotendeels afhankelijk van de basisprincipes van organische chemie en andere fundamentele wetenschappen, aangezien organische moleculen (eiwitten, lipiden, koolhydraten, nucleïnezuur) de levensactiviteiten uitvoeren. |
|
|
